In twee dorpen in een afgelegen gebied in Zimbabwe hadden ze moeite om leerkrachten te vinden voor hun scholen. Door huizen voor ze te bouwen, blijven docenten voor langere tijd aan de school verbonden.
In Nederland was het vroeger heel normaal dat de meester naast de school woonde. Overal stonden schoolmeesterhuizen. Nu is dat niet meer nodig. Leerkrachten kunnen overal wonen en gemakkelijk naar school komen met de auto, fiets of openbaar vervoer.
Modderpoelen en lange afstanden
In Zimbabwe is dat wel anders. Lang niet in elk dorp staat een school. Vaak moeten leerlingen en docenten lange afstanden reizen. De wegen zijn slecht en voornamelijk onverhard. Je kunt je voorstellen wat voor modderpoelen die wegens worden als het regent.
De buurt van Tinde in het noordwesten van Zimbabwe, is een droog en savanneachtig gebied. Het is er dunbevolkt en onderontwikkeld. Vijftien jaar geleden startte de Reformed Church van Zimbabwe met hulp van de Diaconie Protestantse Gemeente Rotterdam-Zuid met de bouw van basisscholen en middelbare scholen in de dorpen Mabobolo en Manyanda. De kerk beheert de scholen, de overheid betaalt de salarissen.
Aantrekkelijke optie voor leraren
Dankzij dit initiatief gaan nu alle kinderen in de buurt naar de lagere school. Een prachtige ontwikkeling! Toch was het moeilijk om de scholen draaiende te houden. En dat kwam door een gebrek aan leerkrachten. Die wilden niet elke dag voor een mager salaris urenlang reizen over modderige wegen. Om werken op de school toch aantrekkelijk te maken, zijn er vijf huizen gebouwd bij twee scholen in twee dorpen.
Leerkrachten hoeven niet meer te reizen en blijven langer op de school werken. Want een baan mét een huis is een aantrekkelijke optie. De dorpsbewoners hebben tijdens de bouw de handen flink uit de mouwen gestoken door stenen te bakken en te helpen bij de constructie. 1600 kinderen profiteren van dit project en dat is mooi meegenomen in een land en in een gebied waar het leven vaak hard en moeilijk is.