Xavier Friesen zamelde op zijn elfde geld in voor een school in Zambia. Nu is hij 17 en heeft hij al veel ervaring op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. “Als je van jongs af aan betrokken bent bij de problematiek in andere landen en samen kijkt naar oplossingen, dan ontstaat er wederzijds begrip.”
Gewoon beginnen
“Als 11-jarig jongetje ben ik gewoon begonnen met geld inzamelen, omdat ik de mensen van de Linda Blind Farm in Livingstone wilde helpen met een goed schoolgebouw. Ik had natuurlijk geen flauw benul hoe mensen in Zambia te werk gaan. Gelukkig kreeg ik van verschillende kanten hulp. Zo heeft Bart Veldpaus van de stichting Helpende Handen India ons geholpen bij de beste aanpak en ons bijvoorbeeld geadviseerd een goede visie te formuleren.
“Elk project moet een langetermijnvisie hebben en daar moet je samen naartoe werken. Toen ik in augustus 2014 voor de tweede keer terug ging naar Zambia (voor de opening van de pre-school), zijn we met het schoolcomité, de leraren, Dream Livingstone Zambia en ZAPD (de tweede samenwerkingspartner) bij elkaar gaan zitten. We hebben ons toen afgevraagd wat de kinderen nodig hebben om de armoede uit hun leven te bannen en hoe we het onderwijs kwalitatief kunnen verbeteren. Ook bespraken we hoe we de ouders en kinderen bij de school kunnen betrekken en een appel kunnen doen op hun verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld door de ouders een klein bedrag te laten betalen voor school. Besloten werd toen ook bijvoorbeeld om geen klassen te vormen van meer dan zeventig leerlingen, maar van maximaal dertig leerlingen omdat de kinderen zo beter de aandacht kunnen krijgen die ze nodig hebben.”
Bij alle activiteiten die ik met de stichting Bouwstenen voor Zambia organiseer, zijn best veel jongeren betrokken. Maar jongeren die zelf een project opzetten, zijn zeldzaam.
“Rabeccah en Kennedy Mukumbo en Harry Zimba zijn mensen in Zambia die mij ontzettend goed geholpen hebben. Rabeccah en Kennedy hebben samen Dream Livingstone Zambia opgericht. Met Kennedy doe ik veel samen voor de bouw van de school. Rabeccah heeft ons met open armen ontvangen toen ik voor het eerst naar Zambia ging voor de bouw van de pre-school bij de Linda Blind Farm School. Zij heeft mij wegwijs gemaakt in het land, want als jongetje van 11 had ik geen flauw benul hoe alles in dit land werkt.”
“Harry Zimba heb ik ontmoet toen we allerlei scholen bezochten om ons te oriënteren voor de bouw van de pre-school bij de Linda Blind Farm School. Hij is adjunct-directeur van een van die scholen en heel gedreven en enthousiast. Ik dacht: iemand met zo’n spirit, ervaring en netwerk moeten we eigenlijk op onze school hebben. Maar er was geen geld, dus ik heb hem als coach van het lerarenteam gevraagd. Dat is hij tot de dag van vandaag. Elke keer als ik in Zambia ben, werken we een paar weken samen en trekken we samen op.”
Van en voor de mensen om wie het gaat in Zambia
“Gelijkwaardigheid vind ik heel belangrijk. Alle plannen die wij uitvoeren zijn plannen die van de mensen daar uit komen. Zo maakt het schoolcomité een lange termijnplan en vraagt aan onze stichting te zorgen voor het geld . Zo zorg je ervoor dat iedereen er achterstaat en het project ook daadwerkelijk resultaat oplevert. Die pre-school staat er nu, het is voor de kinderen, maar ’s avonds krijgen de ouders er les en is er een huiswerkklas voor jongeren. Het is een soort multifunctioneel onderwijscentrum geworden.”
“Ons doel nu is het uitbouwen van de school. Er moet nog een volledige primary school komen. Als die zelfstandig verder kan, willen we het kringetje rondmaken door te zorgen voor een goede doorstroming naar een secondary school en een skills centre opzetten waar mensen een vak kunnen leren waarmee ze geld kunnen verdienen. En als dat er eenmaal staat, zou het mooi zijn als we microkredieten kunnen verstrekken, zodat mensen een eigen bedrijfje op kunnen starten. Daarna komt er een moment dat ik als Nederlandse partner eruit moet stappen. Dan moeten ze op zichzelf staan en ik denk dat dat ook heel goed kan.”
Hoe jongeren te betrekken
“Bij alle activiteiten die ik met de stichting Bouwstenen voor Zambia organiseer, zijn best veel jongeren betrokken. Maar jongeren die zelf een project opzetten, zijn zeldzaam. Je moet erg gemotiveerd zijn om zoiets te doen en je moet je realiseren dat je niet zomaar van je project afkomt, je moet erbij betrokken blijven. Als je jongeren bij ontwikkelingssamenwerking wilt betrekken, moet je bij de scholen zijn. Kinderen moeten zichzelf ontwikkelen en over andere culturen na leren denken. Dat lukt in het onderwijs veel beter dan via het meewerken aan bijvoorbeeld een eenmalige sponsorloop. Ik merk dat jongeren en kinderen het hartstikke leuk vinden als ze de verhalen horen en de foto’s zien van een jongere zelf. Dat brengt alles veel meer dichterbij.”
“Een van onze plannen is om scholen hier aan scholen in Zambia te koppelen, zo leren kinderen van kinderen en leraren van leraren. Als je van jongs af aan betrokken raakt bij de problematiek in andere landen en samen kijkt naar oplossingen, dan ontstaat er wederzijds begrip en kun je focussen op wat elkaars overeenkomsten zijn. Dat is een mooie basis om samen te werken. In Afrika hebben ze daar een prachtig spreekwoord voor: ‘If you want to go fast, go alone. But if you want to go far, go together. And together we can go very far’. De Linda Blind Farm school is hier een sprekend voorbeeld van.”
Meer weten? Bezoek de website van Xavier zijn stichting Bouwstenen voor Zambia.