Wilde Ganzen-medewerker Nienke Nuyens is op bezoek bij onze ICCO-partners in Benin en Mali. In deze arme landen proberen we de toegang tot voedsel voor mensen te verbeteren en maatschappelijke organisaties te versterken. Dat dat hard nodig is, blijkt uit het feit dat lokale organisaties nog nauwelijks invloed hebben op de lokale en nationale wetgeving.

Mensen op brommertjes in Cotonou.
Straatbeeld in Cotonou: volop in ontwikkeling. Op elke straathoek vind je kleine winkeltjes, restaurantjes en je struikelt over de brommertaxi’s.

Daar komt binnenkort verandering in: in april leidt Wilde Ganzen samen met ICCO trainers van agrarische verenigingen op. Zij gaan hun leden, bijvoorbeeld lokale verenigingen van boeren, trainen in fondswerving en lobby.

Sebastien Dohou, coördinator van ICCO Benin: ‘Bij lokale boerenverenigingen ontbreekt het aan kennis over hoe ze voor hun belangen moeten opkomen. Door hen hierin te ondersteunen, wordt de toegang tot voedsel voor de gewone bevolking verbeterd.’

Waarom doet Wilde Ganzen dit eigenlijk? Naast bijdragen aan concrete projecten versterken we ook de kracht van mensen die in arme omstandigheden leven om in eigen land fondsen en middelen te mobiliseren. Daarvoor werken we samen met ICCO-kantoren wereldwijd. In april gaan we in Mali en Benin zestien gemotiveerde trainers opleiden om aan kleine stichtingen trainingen in lokale fondswerving en beleidsbeïnvloeding te geven. Zodat ze zelfstandig, los van hulp uit het Westen, hun doelen kunnen bereiken.