Opgroeien in India is niet voor alle kinderen even makkelijk. Vooral voor de dalits is het leven moeilijk. Zij horen niet tot een kaste en staan onderaan de maatschappelijke ladder. Zonder onderwijs krijgen deze kinderen dezelfde baantjes als hun ouders: het smerigste werk voor het laagste loon.
Wilde Ganzen steunt scholen die dalitkinderen onderwijs geven en vaak ook een veilige plek om te eten en te slapen. Zes kinderen vertellen over hun leven en hun dromen.
Shashi inspireert nu al andere kinderen
De 15-jarige Shashi heeft les gehad op de Buddha Smile School in Sarnath, waar straatkinderen goed onderwijs krijgen. Ze komt nog regelmatig langs op haar basisschool omdat ze de directrice zo graag mag. Ze heeft drie zusjes, dit tot grote woede van haar schoonfamilie die graag een kleinzoon wilde hebben. Haar vader sloeg Shashi, haar moeder werd geslagen door haar schoonfamilie. “Het leven moet niet zo zijn als thuis”, zegt Shashi. “Ik moest vaak hele dagen mijn moeder helpen met het dragen van stenen. Daarom was ik zo blij met deze school. Hier kreeg ik les en voelde ik me veilig.”
Vorig jaar werd ze karatekampioen en hield ze een speech voor alle kinderen van de Buddha Smile School. “Ik wil meisjes helpen die net als ik op straat leven. Iedereen moet naar school, want onderwijs geeft je zelfvertrouwen en kracht. Nu wil ik advocaat worden, zodat ik op kan komen voor arme mensen die onderdrukt worden door de politie en andere mensen. Ook wil ik mijn ouders helpen. Ze zijn nu gelukkig heel trots op mij!”
Later wil ik verpleegster worden, zodat ik mensen kan helpen die arm zijn en medische zorg nodig hebben.
Sachin, Anbu, Inba en Paundi wonen op school
Dit zijn Sachin (13), Anbu (14), Inba (14) en Paundi (13). Ze wonen op de Saint Norbert High School in Thiruvetriyur, een klein plaatsje dichtbij de kust in het zuiden van India. Hun ouderlijk huis staat te ver weg om elke dag de lange reis te kunnen maken van school naar huis. Daarom zitten ze in een hostel bij de school, gerund door de paters van de Norbertijnen.
Alle vier komen ze uit arme families. Hun ouders zijn boer of hebben een klein baantje als timmerman of portier. Zij werken hard om hun kinderen een beter bestaan te geven. De kans dat de droom van de ouders uitkomt is groot, want op deze school krijg de vier jongens goed onderwijs. Ze krijgen er vakken als Engels (Anbu zijn favoriete vak), rekenen, geschiedenis en wetenschap. Hun dromen? Sachin wil graag het leger in, net als Inba. Anbu wil wetenschapper worden en Paundi meester.
Ik wil meisjes helpen die net als ik op straat leven. Iedereen moet naar school, want onderwijs geeft je zelfvertrouwen en kracht.
Shivangi wil verpleegster worden
Shivangi is bijna klaar met haar middelbare school. Ze woont in een hostel van de ICM Sisters in Sarnath, vlakbij de heilige stad Varanasi. Shivangi is een dalitmeisje, wat betekent dat ze tot de laagste sociale klasse in de Indiase samenleving behoort. De nonnen in het huis helpen haar om te slagen in het leven. Daar hoort bijles bij, maar ook karate, zodat de meiden meer zelfvertrouwen krijgen en leren voor zichzelf op te komen. “Hier in het hostel voelen we ons veilig”, zegt ze. “Later wil ik verpleegster worden, zodat ik mensen kan helpen die arm zijn en medische zorg nodig hebben.”