Na 26 jaar bij Wilde Ganzen gewerkt te hebben, ging Johanne van Dijk eind 2020 met pensioen. Mensen die haar kennen roemen haar sociale karakter, haar strijd voor gelijkwaardigheid en haar inzet voor kinderen, vluchtelingen en mensen met hiv. Een terugblik op een periode waarin ze meer dan tienduizend ontwikkelingsprojecten heeft ondersteund.
1. Mijn mooiste ontmoeting
Johanne: “Het is moeilijk een persoon te kiezen, ik heb de bijzondere kans gekregen om zoveel mooie mensen te ontmoeten. Maar de eerste aan wie ik denk is Steven Vidyaakar in India. Hij is een zeldzaam liefdevol mens, iemand die onvoorwaardelijk dienstbaar is voor wie hulp nodig heeft. In de sloppenwijken van Chennai vangt hij psychiatrische patiënten op die op straat zwerven en vrouwen die verstoten zijn. Hij bouwt niet alleen scholen en ziekenhuizen, maar zorgt er ook voor dat mensen zich er thuis voelen en dat je welkom bent, ongeacht je afkomst of geloof. Steven is een toonbeeld van liefde. Hij kan het niet verdragen als een medemens moet lijden. Het mooie is dat hij tevens een visionair is die grootschalige projecten voor structurele armoedebestrijding van de grond weet te krijgen. De Nederlandse partner stichting Helpende Handen, een fantastische fondsenwerver, heeft ontelbaar veel projecten van Stevens’ organisatie gefinancierd. Wilde Ganzen droeg daar steeds een derde aan bij.
In Zuid-Afrika heb ik begin 2000 Hannes leren kennen, een witte man met een roerig verleden. Hij groeide in armoede op, in zijn jeugd was sprake van misbruik en geweld. Het lukte hem om uit dat milieu te komen, werd steward op de beroemde Blue Train tussen Pretoria en Kaapstad en vierde feest met de jetset. Toen de hiv-epidemie enorm groot werd, kwam hij tot geloof. Hij besloot zijn wilde leven los te laten en in de townships arme mensen met aids bij te staan. Hij deed alles voor ze, van het halen van hun lievelingseten tot het vasthouden van hun hand op het sterfbed. Een man met enorm veel liefde.
Hoewel kinderarbeid verboden is, zijn er nog steeds bedrijven in India die stiekem kinderen inzetten voor goedkope arbeid.
Maar er waren natuurlijk nog veel meer mensen die een onvergetelijke indruk achterlieten, zoals Jember Teferra in Ethiopië. Zij werd tijdens het regime van de Derg jarenlang opgesloten in een kamp. Daar startte ze een verpleegkundigenopleiding voor haar medegevangenen én bewakers. Ook begon ze een kleuterschool voor de kinderen die met hun moeder gevangen zaten. Na haar vrijlating werd haar ngo systematisch dwarsgezeten door de overheid, maar zij bleef vele jaren volhouden.
Met veel verdriet denk ik terug aan Gregorios Yohanna Ibrahim, bisschop van Aleppo in Syrië. Wij werkten al een aantal jaren met hem samen, toen hij ons aan het begin van de oorlog bezocht op ons kantoor in Hilversum. Hij was toen erg emotioneel en bezorgd over wat er in Syrië aan de hand was. Hij voorzag het grote onheil dat over zijn land zou komen. In 2013 werd hij ontvoerd en er is nooit meer iets van hem vernomen…
Veel bewondering heb ik voor Abdisalam Ali, die als student uit Puntland vluchtte en nu met zijn organisatie, met medewerking van Wilde Ganzen, een enorme impuls geeft aan de economische ontwikkeling van zijn land. Zijn enthousiasme om de bevolking van Puntland te helpen is aanstekelijk. En hij houdt de vaart er goed in. Het ene project na het andere bloeit op.”
2. Mijn meest bijzondere dienstreis
“Dat was mijn reis in 2011 naar India. Daar heb ik sterke partners ontmoet die met slimme projecten de bevolking helpen. Ik was bij de Dalai Lama in het noorden van India. Ik zag daar kinderen die met gidsen over de Himalaya zijn gevlucht, weg uit Tibet. Want in hun geboorteland worden ze gedwongen Chinees te leren en hun cultuur te verloochenen. Moet je je voorstellen dat ouders hun kinderen op die vreselijk zware reis sturen, alleen omdat ze zo’n groot vertrouwen in de Dalai Lama hebben. Ik was erbij toen hij, tijdens een indrukwekkende ceremonie, in dat jaar zijn politieke macht afdroeg. Mensen huilden tijdens zijn toespraak. Heel imposant.”
3. Indrukwekkende projecten
“In India heeft Yerala Projects Society (YPS) samen met stichting Jalihal een project opgezet voor vrouwen die verstoten zijn door hun schoonfamilie, omdat de man van haar af wil of omdat hij overleden is. Deze vrouwen komen met hun kinderen op straat te staan en hebben helemaal niks meer. Het lukt YPS in vele gevallen om de eigen familie van de vrouw over te halen om een stukje van hun grond aan haar af te staan. Dat wordt notarieel vastgelegd, zodat de vrouw echt een eigen plek krijgt. YPS verschaft de bouwmaterialen, een waterton, zonnepaneel en een oven. De vrouw moet ervoor zorgen dat vrienden of familie helpen bij de bouw. Onder toezicht van een bouwkundige ontstaat dan een eenvoudig, functioneel huis. Dit huis betekent voor deze vrouwen zo ontzettend veel; ze zijn veilig, ze stijgen in aanzien in hun dorp en hun eigenwaarde neemt toe. Een vrouw vertelde mij dat haar zoon nu een veel betere kandidaat op de huwelijksmarkt is geworden omdat zij een eigen huis heeft en niet meer in een krot hoeft te wonen.”
Als stichting zijn wij medeverantwoordelijk voor het welzijn van kwetsbare kinderen waarvoor bij Wilde Ganzen een aanvraag wordt ingediend. Zij verdienen de best mogelijke zorg.
“Een ander indrukwekkend project, ook in India, is van Bachpan Bachao Andolan (BBA), in samenwerking met KidsRights. Hoewel kinderarbeid verboden is, zijn er nog steeds bedrijven in India die stiekem kinderen inzetten voor goedkope arbeid. Ze halen ze uit kleine afgelegen dorpen onder valse voorwendselen bij ouders vandaan. BBA bevrijdt deze kinderen – samen met de politie – en vangt ze tijdelijk op. Omdat deze kinderen vaak zwaar getraumatiseerd zijn krijgen ze therapie, waarna ze worden teruggebracht naar hun ouders. Het bedrijf, dat hen gevangen hield en tot werken dwong, wordt vervolgd en BBA zorgt ervoor dat de kinderen van de overheid de schadevergoeding krijgen waar zij recht op hebben. De organisatie ziet erop toe dat het geld zinvol wordt geïnvesteerd. BBA en bevrijde kinderen geven doorlopend voorlichting aan de mensen in de dorpen om niet in de valse beloftes van ronselaars te trappen. Een slim project met groot effect! Zo zijn er steeds meer ‘child labour free villages’.”
4. De onderwerpen die mij raken
“Als stichting zijn wij medeverantwoordelijk voor het welzijn van kwetsbare kinderen waarvoor bij Wilde Ganzen een aanvraag wordt ingediend. Zij verdienen de best mogelijke zorg. Vroeger dacht ik dat daarin kon worden voorzien met ‘bed, bad brood en onderwijs’, hetzij in een weeshuis of een internaat. Door me in het onderwerp te verdiepen nadat ik tijdens mijn reizen zag hoe kinderen in tehuizen en internaten leven, ben ik van gedachten veranderd. De meeste kinderen groeien op in een weeshuis terwijl dat helemaal niet nodig is omdat ze nog minstens een ouder hebben. In zo’n instelling is het vaak niet mogelijk elk kind voldoende individuele liefde en aandacht te geven. Ze ondervinden daar de rest van hun leven negatieve gevolgen van. Ik heb, samen met Els Brands beleid geschreven voor Wilde Ganzen om weeshuizen en internaten niet langer te financieren. Jonge kinderen horen op te groeien in een gezin. Liefst in het eigen gezin of anders in een pleeggezin. De veiligheid van de kinderen staat daarbij uiteraard altijd voorop.
“Vluchtelingen is een andere belangrijke groep waar ik me voor inzet. Ik ben in Libanon in verschillende Palestijnse vluchtelingenkampen geweest, waaronder het kamp Ayn el Helweh waar tienduizenden vluchtelingen op een vierkante kilometer leven. In Libanese kampen zijn Palestijnse vluchtelingen al zeventig jaar stateloos en hebben geen toegang tot een groot aantal beroepen. Door de gebrekkige mogelijkheid om zelf een inkomen te verdienen, zijn zij blijvend afhankelijk van de VN hulporganisatie voor vluchtelingen. Die uitzichtloosheid raakt me enorm en ik ben echt verontwaardigd over het onrecht dat hen is aangedaan en het gebrek aan internationale aandacht hiervoor. Hetzelfde geldt voor de mensen in Gaza. Hun situatie wordt vaak omschreven als levend in een openluchtgevangenis. Ik heb in Gaza mooie ontmoetingen gehad en mee mogen helpen om goede projecten op te zetten.
“Een derde onderwerp is hiv/aids. In Zuid-Afrika nam Hannes mij mee naar een dorp waar veel mensen uit Mozambique wonen. Mensen die op zoek zijn naar een beter leven, maar daar zijn gestrand en in diepe armoede leven. Velen waren besmet geraakt met hiv. We spraken er met een doodzieke man in een versleten overhemd. Toen we een dag later terugkwamen hoorden wij dat hij was overleden. Zijn overhemd lag nu over het dak van zijn armoedige hut ter bescherming tegen de zon.”
5. Memorabele gebeurtenis
“In India heb je plekken waar groepen mensen leven die nog nauwelijks met de moderne wereld in aanraking zijn gekomen. Ik mocht in een dorp in Chandoli National Park een ceremonie bijwonen om te vieren dat de mensen er voor het eerst verlichting hadden gekregen. Deze mensen leven een beetje als de Nederlandse boeren in de vroege middeleeuwen met de stal in de boerderij. In Chandoli is dat om mens en vee te beschermen tegen tijgers en andere roofdieren. De viering betrof een zeer opzienbarende gebeurtenis. Honderd gezinnen hadden namelijk een zonnepaneel en een lampje gekregen. Plotseling ging in al die donkere boerderijen het licht aan. Na de installatie bleek dat de kippen overal helemaal van slag waren geraakt omdat er ’s avonds licht brandde in de boerderij en dus ook in de stal.”
Met het vertrek van Johanne zijn haar werkzaamheden verdeeld onder drie collega’s. Rachida Boukhriss is de contactpersoon voor de partners in India, Esly van Dam voor de partners in Ethiopië en Marit van Liere neemt het kinderbeleid over.